National Geographic

2022-05-28 05:45:05 By : Mr. Abner Zheng

Compost wordt gemaakt uit een mix van etensresten en tuinafval, zoals dorre bladeren. Compost verbetert de bodem en bevordert daardoor de plantengroei.

Ongeveer een derde van al het voedsel dat wereldwijd wordt geproduceerd, verdwijnt als afval in de prullenbak. Een groot deel daarvan belandt uiteindelijk op de vuilnisbelt. Daar komt tijdens het verrottingsproces veel methaan vrij, dat als broeikasgas 25-maal krachtiger is dan CO2. De ultieme oplossing van dit afvalprobleem is natuurlijk het uitbannen van verspilling, maar er zal altijd restafval overblijven. Een van de oplossingen voor het probleem is iets wat iedereen kan doen: composteren.

Bij het maken van compost worden rottende etensresten omgetoverd in waardevolle bodemverbeteraar, waarop planten uitstekend gedijen. Boeren noemen het ‘zwart goud’.

En of je nu compost maakt in je eigen achtertuin of op een volkstuintje, volgens experts zul je met deze activiteit een kleine bijdrage leveren aan de strijd tegen de klimaatverandering.

‘Maak je geen zorgen. Het is relatief eenvoudig. In het begin maak je misschien wat fouten, maar daar leer je van en je kunt ze gemakkelijk corrigeren,’ zegt Bob Rynk, een van de auteurs van The Composting Handbook en emeritus-professor aan de State University of New York in Cobleskill.

In een composthoop worden etensresten omgezet dankzij het harde werk van micro-organismen als bacteriën, schimmels en protozoa.

‘Als je een composthoop hebt, word je een soort microbenfokker. Je hebt je eigen boerderij van micro-organismen,’ zegt Rhonda Sherman, compostexpert aan de North Carolina State University. ‘En wat hebben deze microben nodig? Hetzelfde als wij: lucht, water, voedsel en een plek om te wonen.’

Op kleine schaal – dus in je achtertuin of in jouw buurt – kan een composthoop uit drie elementen zijn opgebouwd: etensresten, water en droog, organisch materiaal, zoals tuinafval en dorre bladeren.

Tuinafval (ook wel ‘bruin afval’ genoemd) bevat veel koolstof, terwijl etensresten (ook wel ‘groen afval’ genoemd) een hoog gehalte aan stikstof hebben. De ideale composthoop zou tweemaal zoveel tuinafval als etensresten moeten bevatten.

Het tuinafval zorgt ervoor dat de composthoop niet te vochtig wordt en creëert ook veel kleine ruimten om de composthoop van circulerende zuurstof te voorzien. Die zuurstof helpt de microben om de etensresten af te breken, een proces dat aerobe vertering wordt genoemd.

Op grote stortplaatsen worden etensresten door de enorme omvang van de vuilnisbelt vaak niet goed van zuurstof voorzien, waardoor ze worden afgebroken door anaerobe microben, die zonder zuurstof kunnen overleven. Bij deze anaerobe vertering komt methaangas vrij.

Daarentegen komt bij de vertering door aerobe microben alleen kooldioxide vrij, dat als broeikasgas veel minder schadelijk is dan methaan. ‘Aerobe microben breken eerst de suikers, daarna de eiwitten en vetten en tenslotte de vezels af,’ legt Rynk uit.

De microben produceren ook warmte, wat in grote en goed beheerde vuilnisbelten kan betekenen dat de temperatuur er oploopt tot boven de 54 graden Celsius, hoog genoeg om ziekteverwekkers te doden.

De verse compost die na enkele maanden overblijft, doorloopt een veel trager proces van verrotting; de compost is rijk aan micro-organismen en voedingsstoffen als stikstof, fosfor en kalium.

Je eigen composthoop of -bak moet je af en toe omscheppen of mengen en niet laten uitdrogen. Door deze beide ingrepen zal het verrottingsproces sneller verlopen, doordat zuurstof dan tot in alle hoeken en gaten van de hoop kan doordringen. De vochtigheid zorgt ervoor dat de micro-organismen in de composthoop kunnen overleven, want zij hebben vocht nodig om te kunnen gedijen.

De meeste composthopen in de achtertuin zijn niet erg efficiënt omdat ze gewoon te droog zijn. Aan de andere kant moet je een hoop niet kletsnat maken – het toevoegen van wat groente-afval, dat veel vocht bevat, kan voldoende zijn. En anders kun je wat water over de hoop gieten.

Als je een natte spons goed uitwringt, heb je volgens Sherman ongeveer de vochtigheid die je ook voor je composthoop nodig zou hebben. ‘Je ziet dat deze vochtig is, maar niet druipnat.’ 

Volgens haar moet een compostbak ongeveer een meter hoog zijn, zodat zich in de bak genoeg warmte kan ophopen. Een compostbak moet wel in de schaduw staan, want anders droogt het materiaal uit.

‘Mensen denken vaak dat je een compostbak in de zon moet zetten, zodat hij lekker opwarmt, maar dat is een mythe! Het is het harde werk van de micro-organismen die de compost opwarmt,’ legt ze uit.

Niet alle etensresten zijn geschikt voor een composthoop in de achtertuin. Fruit- en groenteresten zijn doorgaans prima om te composteren, maar onbereid vlees en zuivelproducten zorgen waarschijnlijk voor te veel stank en trekken ongedierte aan. Ook bevatten ze veel vetten, die maar heel langzaam worden afgebroken. Het is niet ongebruikelijk om knaagdieren in de composthoop aan te treffen, maar door de hoop geregeld om te scheppen, voorkom je dat ze er nesten in bouwen. Ook kan compost goed in een afgesloten bak worden gemaakt.

De Amerikaanse milieudienst EMA (Environmental Protection Agency) somt op zijn website een gedetailleerde lijst van materialen op die niet geschikt zijn voor de composthoop. Daartoe behoren zaken als tuinafval dat met bestrijdingsmiddelen is behandeld, want dat is niet goed voor de micro-organismen die in de hoop leven.

Deze etensresten zijn weggegooid door inwoners van de Franse stad Lyon en worden in een industriële composteerfabriek verwerkt. Steden kunnen naast het inzamelen van diverse soorten recyclebaar afval ook etensresten apart inzamelen en daardoor de hoeveelheid afval die op de vuilnisbelt belandt aanzienlijk verminderen.

In sommige steden worden etensresten in gescheiden afvalbakken ingezameld. Etensresten die door de stadsreiniging worden afgevoerd, belanden doorgaans in grote industriële composteermachines, die het materiaal eerst vermalen en bij hoge temperaturen verwerken. Op dit niveau wordt compost vervaardigd in grote hopen of enorme silo’s. Omdat reinigingsdiensten etensresten in dit soort industriële afvalverwerkingsfabrieken verwerken, accepteren ze vaak een grotere variëteit aan materiaal dan wat je in je eigen compostbak kunt gooien; bovendien verschillen de voorschriften per stad.

Als je geen achtertuin hebt, kun je vaak deelnemen aan een composteringsproject van je gemeente. En als je het bijhouden van een composthoop maar een gedoe vindt, kun je etensresten en groente- en tuinafval vaak ook kwijt bij stads- en volkstuinen en op boerenmarkten.

Wie het compostmateriaal eerst in de keuken bewaart voordat het op de eigenlijke composthoop of in de compostbak belandt, kan volgens Sherman een slimme truc toepassen om te voorkomen dat het gaan stinken. Leg de etensresten een tijdje in de vriezer voordat je ze gaat composteren, waardoor je het verrottingsproces uitstelt en voorkomt dat er vieze geurtjes ontstaan.

Het maken van compost met behulp van compostwormen wordt ook wel vermicomposteren genoemd en zorgt voor nog meer en nog betere bodemverbeteraar. Voor het composteren met wormen kan ook een wormenbak worden gebruikt. De wormen verteren de etensresten, terwijl hun uitwerpselen veel voedingsstoffen voor planten bevatten. Onderzoekers zijn erachter gekomen dat de levende micro-organismen die in wormencompost leven, gewassen tegen veel voorkomende plantenziektes beschermen, waardoor er minder bestrijdingsmiddelen gebruikt hoeven te worden.

Ook al vind je soms wormen in de bodem van een composthoop, het is geen goed idee om ze zelf aan een grote en warme composthoop in de achtertuin toe te voegen.

Wormen hebben geen longen en ademen door hun huid, die permanent vochtig moet blijven zodat ze niet uitdrogen of doodgaan. Hoewel een composthoop of -bak vocht bevat, is deze voor wormen doorgaans te droog om erin te kunnen overleven.

Volgens Sherman is het beter om de wormen in een wat kleinere emmer van minder dan zestig centimeter hoog te stoppen. In deze kleinere ruimte gedijen ze goed en kunnen ze in een afgesloten emmer ook onder het aanrecht of op een klein balkon worden gehouden, waardoor vermicomposteren mogelijk is voor stadsbewoners zonder achtertuintje. Op de website van The Natural Resources Defense Council lees je hoe je zo’n wormenbak thuis kunt inrichten.

Producten die volgens het etiket ‘composteerbaar’ of ‘biologisch afbreekbaar’ zijn, zoals verpakkingen of wegwerpbestek, worden steeds populairder, maar ze zijn bestemd voor industriële composteerfabrieken.

Volgens Ian Jacobson, president-directeur van Eco-Products, een bedrijf dat composteerbare producten maakt, verkocht zijn bedrijf in 2010 tweehonderd verschillende producten en zijn dat er inmiddels 450 geworden. Composteerbare verpakkingen kunnen van papier, bagasse (vezelachtige pulp die achterblijft als suikerriet wordt verwerkt) of bioplastic zijn. Bioplastic kan worden gemaakt van gewassen als maïs; sommige van deze producten (maar niet alle) hebben een keurmerk gekregen van het Amerikaanse Biodegradable Products Institute (BPI), het grootste certificeringsinstituut voor composteerbare materialen in de VS. Het instituut controleert en test of de producten door industriële composteermachines kunnen worden verwerkt.

Ook etensbakjes worden tegenwoordig vaak gemaakt van composteerbaar papier. Maar ‘als je zo’n bakje in je compostbak gooit, blijft hij daar gewoon liggen,’ zegt Sherman. Composteerbare etensbakjes moeten eerst in stukjes van vijf centimeter of minder worden geknipt, zodat ze gemakkelijker door microben kunnen worden afgebroken.

Maar ook dan zal dat proces niet erg snel gaan. Hoewel de temperatuur in een goed beheerde composthoop in de achtertuin flink kan oplopen, worden dit soort materialen pas echt goed afgebroken bij de zeer hoge temperaturen die in industriële composteermachines bereikt worden. Sherman wijst er ook op dat composteerbare papierproducten, zoals kranten en keukenpapier, in een composthoop vaak ‘te zompig’ en daardoor te compact worden, waardoor er niet voldoende zuurstof bij komt.

Ook voedselverpakkingen van bioplastic zijn thuis niet te composteren, omdat de krachtige polymeerverbindingen in deze verpakkingen pas worden afgebroken bij de hoge temperaturen die alleen in een fabriek worden bereikt. Niet alle bioplastics kunnen in composteerfabrieken worden verwerkt, omdat ze giftige bestanddelen bevatten waarmee ze waterdicht of sterker zijn gemaakt.

In 2018 werd er in de VS bijna driehonderd miljoen ton afval geproduceerd, ruim twee kilo per persoon. Na papierproducten vormden etensresten (circa 21 procent van ons afval) de meest weggegooide categorie afval. Wat we weggooien, draagt bij aan de groeiende omvang van stortplaatsen, die tezamen weer verantwoordelijk zijn voor 34 procent van de totale uitstoot van methaan.

Als composteren op grote schaal plaatsvindt, kan de uitstoot daardoor zeker worden verlaagd. In San Francisco, waar het composteren sinds 2009 wettelijk verplicht is, is men erin geslaagd om jaarlijks tachtig procent van het stadsafval – ruim 2,5 miljoen ton – niet op stortplaatsen te dumpen maar te verwerken.

Volgens een schatting van de Natural Resources Defense Council heeft de regelgeving voor het composteren in San Francisco ertoe geleid dat de uitstoot van de stad met het equivalent van 90.000 ton CO2 is verlaagd, te vergelijken met de emissies van 20.000 personenauto’s.

Naast het feit dat composteren de uitstoot van stortplaatsen vermindert, maakt het de bodem ook gezonder. Als een tuin of akker met een laag compost wordt bedekt, zorgt het organische materiaal in de compost voor een verbetering van ongezonde bodems. Ook draagt compost ertoe bij dat bodemdeeltjes beter aan elkaar klitten, zodat de bodem meer water kan vasthouden. Betere bodems bevorderen het gedijen van planten, die op hun beurt meer CO2 uit de atmosfeer kunnen opnemen. Gewassen die op gezondere en voedingsrijke bodems worden verbouwd, hebben ook veel minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen nodig, waardoor er minder van deze vervuilende stoffen in het milieu terechtkomen. Daarnaast gaat de productie van kunstmest vaak gepaard met verwoestende mijnbouwpraktijken en heeft het een hoge CO2-voetafdruk.

Kortom, de enige negatieve kant van het composteren lijkt het idee te zijn dat het om een wat ‘vieze’ bezigheid gaat. Maar Sherman ontkent dat stellig.

‘Het stinkt echt niet en het is niet vies. Eenmaal in de week loop ik naar mijn compostbak achter in de tuin, waar ik dan drie minuten bezig ben. Ik kan het mensen echt aanraden. Het is namelijk heel erg gemakkelijk om te doen.’

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com